Tuinkamer

Groene oase in de stad en leren over natuur
Weinig bezoekers weten dat Stadkamer Centrum op de 1ste verdieping een dakterras heeft. Deze ruimte is omgetoverd tot een ware Tuinkamer, een groene oase middenin de stad! Het is een plek waar je onder het genot van de zon en het prachtige groen kunt bijkomen. Een plek om lekker te lezen of te leren of te genieten van de bloemenpracht. In en rondom de Tuinkamer gaan we lezingen en workshops organiseren. We betrekken kinderen bij het creëren van een groen dakterras en leren ze op een speelse manier hoe de natuur werkt: van zaadje tot vrucht of bloem. Ook organiseren we Upcycle Now en Hoe werkt de natuur, waar kinderen leren iets moois te maken van afval. Wil je er gewoon lekker zitten? Dat kan dus ook! 

Stekjesbieb

Op de eerste verdieping in Stadkamer Centrum vind je de Stekjesbieb. Hier kun je een stek van één van onze planten meenemen of een stekje van je eigen plant(en) ruilen met die van ons. Lijkt het je leuk om hieraan bij te dragen, maar weet je niet hoe je moet stekken? Geen probleem, hieronder staan een aantal verschillende manieren voor je uitgeschreven!

Nodig:

  • scherp mes

  • snoeischaar

  • glazen flesjes

  • aardewerken potjes

  • stekgrond

  • plastic zak of stolp

Een stek wordt gemaakt van delen van een plant waar de groei in zit. Bij de ene plant is dat het blad, bij de andere plant zit de groei in de stengel of juist in de wortel. Als dat niet duidelijk is, volg dan deze regels:

  • Zelfstek van planten waar je de nieuwe planten duidelijk al aan ziet groeien.

  • Bladstek van planten met vet, rond blad of die in rozetten groeien.

  • Waterstek van planten met zachte stengels die snel groeien.

  • Wortelstek van planten die woekeren en de bodem bedekken.

 

Zelfstek

Sommige planten maken zelf jonge nieuwe planten. Je hoeft alleen maar de kleintjes af te knippen en in een pot met potgrond te zetten( bijvoorbeeld Graslelie, Pannenkoekplant of Aardbeiplant).

Zo doe je het

  1. Snij de jonge uitlopers met een scherp mes of snoeischaar van de moederplant af.

  2. Prik met een potlood een gaatje in een pot met potgrond en steek de stek erin. Duw het gaatje dicht.

  3. De jonge wortels kunnen zelf nog niet genoeg water opnemen. Dek de stekken daarom af met een plastic zak of stolp, en zet ze zeker uit de zon. Zodra de bladeren overeind blijven staan, is het stekken geslaagd.

 

Bladstek

Vetplanten bewaren veel reservevoedsel in het blad. Stekken wordt zo heel simpel: één enkel blad vormt de basis van een compleet nieuwe plant of rozetje (bijvoorbeeld Huislook, Jadeplant, Kalanchoe).

Zo doe je het

  1. Snij een blad van de plant en laat dit een dag liggen om wat in te drogen. Bij vetplanten die rozetten maken, snij je een rozet af.

  2. Steek de blaadjes voor een kwart in de grond. Of maak met een potlood een kuiltje in de grond waar je de rozet in steekt. Gebruik voor vetplanten een grondmengsel met wat meer zand erin, zodat het water snel weg kan zakken. Cactusgrond of stekgrond met extra zand erdoor is ideaal.

  3. Giet een scheut water rond het stekje en druk de vochtige grond goed aan.

  4. Zet de pot op een warme, lichte plaats uit de zon, en controleer regelmatig of de grond niet uitdroogt. Besproei met de plantenspuit; daarmee kun je zelden te veel water geven.

  5. Na een paar weken verschijnen onder of bovenop het blad nieuwe bladeren: dit wordt de jonge plant die later kan worden opgepot. Laat het oorspronkelijke blaadje aan de jonge plant zitten, ook al ziet het er slap en verrimpeld uit: het vormt het water- en voedselreservoir voor de baby!

Waterstek

Een is de makkelijkste manier om te stekken. Met planten die van nature hard groeien of die zachte stengels hebben, lukt dit het beste (bijvoorbeeld Klimop, Munt, Basilicum, Begonia).

Zo doe je het

  1. Knip jonge scheuten die al stevig aanvoelen af net onder een ‘knoop’, een verdikking op de hoofdstengel waar de zijstengels beginnen. Daar zitten de meeste groeihormonen.

  2. Haal de onderste bladeren van de stengel, laat ongeveer twee derden aan de stek zitten.

  3. Vul een glazen flesje met water en hang de stekken erin, waarbij alleen het onderste deel onder water staat. Ververs het water elke week. Let op dat er geen blaadjes in het water hangen, daarvan wordt het water groen en kunnen je scheutjes rotten.

  4. Zodra de wortels zo’n 3 cm lang zijn, is het tijd om de stek op te potten. Hoe langer je wacht met inpotten, des te moeilijker het voor je plant wordt om zich aan de grond aan te passen.

 

Wortelstek

Ook planten die worteluitlopers maken kunnen makkelijk gestekt worden (bijvoorbeeld Munt, Oregano, Floxen, Herfstanemonen).

Zo doe je het

  1. Haal de planten met kluit en al uit de pot. Breek voorzichtig de wortels los en draai ze uit elkaar.

  2. Knip stukken van zo’n 2cm van de wortels, net na een ‘knoop’ of een verdikking.

  3. Vul een pot met stekgrond, leg de wortelstekken hier plat in en dek ze af met een 1 cm dik laagje grond.

  4. Besprenkel de grond met water en dek de potten af met plastic of zet ze in een kweekkasje. Stekken met 4 blaadjes zijn toe aan een eigen pot.

 

Succes!

 

Kijk ook eens naar